Acute versus chronische pijn

Val je op je knie, dan doet dat pijn. De huid, spieren en misschien je gewricht zijn beschadigd. Met pijnsignalen waarschuwt je brein je dat je je knie moet ontzien totdat hij goed is genezen. Daarna gaat de pijn ook weer weg.

Chronische pijn

Maar dat gebeurt niet altijd. Als pijnklachten langer dan drie maanden aanhouden en er geen directe oorzaak (meer) voor te vinden is, dan spreken we van chronische pijn. Mensen hebben bijvoorbeeld last van onverklaarbare rugpijn, hoofdpijn, buikpijn of gewrichtspijn.

De exacte oorzaak voor chronische pijn is dikwijls moeilijk aan te wijzen. Pijndeskundigen denken dat het fenomeen centrale pijnsensitisatie een rol speelt. Dit betekent dat het zenuwstelsel problemen ondervindt om prikkels te filteren. Hierdoor kunnen niet-pijnlijke prikkels als pijnlijk ervaren worden en/of voel je sneller en heviger pijn.

Afgeleide pijn

Dat wijst er al op dat je bij chronische klachten vaak breder moet kijken dan de plek waar het pijn doet. Osteopaten doen dat per definitie, zij beschouwen het hele lichaam in samenhang. Een osteopaat onderzoekt of er mogelijk sprake is van afgeleide pijn: pijn die op een bepaalde plek veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld een verminderde beweeglijkheid elders in het lichaam.

Door die beweeglijkheid te herstellen, kunnen zij het zelfherstellend vermogen ondersteunen en de vitaliteit optimaliseren. Daardoor kunnen pijnklachten afnemen. Bepaalde osteopathische technieken kunnen daarnaast het zenuwstelsel kalmeren, waardoor je minder pijnprikkels ervaart.

Centrale sensitisatie

Bij een vermoeden dat centrale pijnsensitisatie een rol speelt, word je wellicht (ook) doorverwezen naar een specialist. Je kunt de pijnsensoren van je zenuwstelsel namelijk trainen om anders te reageren zodat je pijndrempel hoger wordt en je minder (vaak) pijn ervaart.