Tenniselleboog: hoe bevorder je herstel?

Een tenniselleboog of -arm ontstaat na overbelasting, vaak door herhalende bewegingen zoals tillen, grijpen of draaien. De pezen rond het elleboogewricht raken geïrriteerd en/of beschadigd. Dat veroorzaakt ontstekingen en pijn aan de buitenkant van je elleboog, vooral bij alledaagse bewegingen zoals je pols buigen, een vuist maken en je vingers strekken. Je elleboog kan ook stijf worden en je kunt er minder kracht mee zetten.

Een tenniselleboog moet vanzelf genezen, maar dat kan soms wel meer dan een jaar duren. Loop je drie maanden of langer rond met een tennisarm? Overweeg dan eens een bezoek aan de osteopaat.

Verschillende factoren

Een osteopathische behandeling is gericht op het stimuleren van het zelfherstellend vermogen van het lichaam. De osteopaat kijkt daarom naar verschillende factoren die een natuurlijk herstel mogelijk belemmeren.

Soms is de oorzaak het zogenoemde radiuskopje, dat zich vlak onder de elleboog bevindt aan het uiteinde van het spaakbeen (de radius) in je onderarm. Dit gewrichtje heeft een belangrijke rol in de beweeglijkheid en stabiliteit van het ellebooggewricht. Kan het niet goed bewegen, dan blijft het weefsel rond het gewricht stijf en/of geïrriteerd en dat kan de klachten in stand houden. Een manipulatie (kraaktechniek) of zachte manuele technieken kunnen de beweeglijkheid in het radiuskopje verbeteren, waarna het weefsel beter kan herstellen.

Doorbloeding

Als de pezen rond je ellebooggewrichten ontstoken blijven, kan het ook zijn dat de doorbloeding naar je arm is verstoord en herstel in de weg staat. De osteopaat kijkt bij een tennisarm daarom ook of de doorbloeding via de borstkas, het schoudergebied en de nek naar je arm vrij is.

Beeld: Freepik